Artikel Gooi en Eemlander

‘De historie van Peter J. Oomes’
In het huis van antiekrestaurateur Peter Oomes aan de Hilversumse Willibrorduslaan overheerst de voorliefde voor perfecte vormen, klanken en kleuren in het meubilair en andere onderdelen van het interieur. Ieder element is ooit met zorg uitgekozen om de bestaande balans niet te verstoren maar te vervolmaken. Zodoende is een sereniteit ontstaan, die nog ’t meest doet denken aan het minimalisme van de kerker van een monnik.

Het atelier van antiekrestaurateur Peter Oomes op de begane grond van zijn huis aan de Willibrorduslaan straalt tijdloosheid uit en kan zonder moeite de vergelijking doorstaan met de werkkamer van een ambachtsman in een middeleeuws gilde. De oude houten stellages met beitels, boren, zaagjes, hamers, houtklemmen en planken en panelen van iedere denkbare houtsoort zijn symbolen van de tijd van vóór het moderne bestaan, toen kwaliteit en duurzaamheid belangrijker waren dan middelmatigheid en snelheid. De enige concessie aan de hedendaagse tijd die Oomes in zijn atelier heeft gedaan is de aanwezigheid van elektriciteit die hij nodig heeft voor de lampen aan het plafond en het muziekapparaat dat meestal afgestemd staat op Radio 4 of Classic FM. Als Johann Sebastian Bach nog zou hebben geleefd, had hij zich waarschijnlijk prima thuis gevoeld in de werkkamer.
Het uitzicht op de weilanden tussen Hilversum en Oud-Loosdrecht verschilt waarschijnlijk weinig van het beeld dat de componist zag van de akkers in de omgeving van Köthen, toen hij daar van 1717 tot 1723 als kapelmeester werkzaam was. Peter Oomes is zelf de laatste om zijn werk als antiekrestaurateur ook maar in de verste verten te vergelijken met de creaties van Bach en ontleent hoogstens een deel van zijn inspiratie aan de componist. Hij heeft wel net als een toneelspeler plankenkoorts, de spanning van het moment suprème als de aflevering aan de orde is en het meubel in alle fraaiheid na restauratie getoond wordt aan de eigenaar. Pas als dat achter de rug is, kan Oomes echt ontspannen en (na)genieten.
De 54-jarige Hilversummer kwam bij toeval in het vak van antiekrestaurateur terecht. Inmiddels beoefent hij het al meer dan 35 jaar met veel liefde. “Niemand in de familie had iets met antiek. Ik was zeventien jaar en kwam van school. Er was een plaats vrij bij een restaurateur in Deventer. Er was geen opleiding voor antiekrestaurateur. Je moest het leren van iemand die al in het vak zat. Ik was net een spons. Alles wat ik daar zag wilde ik graag weten”, aldus Oomes. “Ik werk nu al weer dertien jaar in mijn atelier aan huis. Het lijkt lang, maar je weet nooit genoeg. Er zijn bijvoorbeeld 200 soorten mahonie. Je vindt het alleen bijna niet meer. Ik koop het dan op een veiling en laat het in Frankrijk tot fineer zagen. Sommige restaurateurs nemen al die moeite niet en gebruiken gewoon het verkeerde fineer.” “Ook door te voelen kun je weten met wat voor soort materiaal je te maken hebt. Het achttiende-eeuwse hout is veel fijner dan het negentiende-eeuwse. Ik heb in mijn atelier verschillende soorten hout liggen die ik ooit heb gekocht en kan gebruiken bij de restauraties die ik uitvoer. Het gebeurt heel zelden dat ik het oorspronkelijke hout niet kan vinden en noodgedwongen nieuw hout moet gebruiken.” “Voor gereedschap geldt hetzelfde. Je hebt heel vaak het oude gereedschap nodig om oude meubelstukken te kunnen repareren. Die messing en groefschaafjes. Je moet vreselijk vindingrijk zijn, want veel gereedschap is niet te koop of al lang niet meer in de handel. Antiek gereedschap heb ik vaak op veilingen gekocht. Ik heb meerdere profielschaafjes, maar op één schaafje ben ik echt verliefd.” “Ik gebruik verder ook zo veel mogelijk de authentieke materialen. Ik laat in Haarlem speciale huidenlijm maken om het origineel zo veel mogelijk te benaderen. Ik maak bij ieder nieuw meubel niet echt een plan, maar ga af op mijn gevoel en ervaring. Ik heb soms problemen hoe ik iets moet oplossen. Dan lig ik er wakker van. Het gaat om zeer kostbare meubelen, waarvoor ik op zo’n moment verantwoordelijk ben.” “Ik werkte onlangs aan een prachtig achttiende-eeuws wortelnotenhouten kabinet. Dat is een specifieke klus, waarbij ik het meubel tot op het bot mag restaureren. Het kabinet is drie generaties in de familie. Ik zag het meubel voor het eerst en de maagdelijkheid die het nog bezat. Dat zijn de mooiste klussen.”
In Nederland was Empire (1795-1810) een periode dat er prachtige meubelstukken werden gemaakt.” “Er zijn nog families met een culturele achtergrond die zorgvuldig omgaan met ons cultureel erfgoed. Ik ben dan zo blij dat die mooie meubels weer in de oorspronkelijke staat kunnen worden teruggebracht. Soms zijn de meubels zo ver heen, dat de restauratie niet meer opweegt tegen de waarde. Je moet er achter kunnen staan, heeft het zin ten opzichte van de eigenlijke waarde?” “Het komt echter ook voor dat mensen zelf inschatten dat een meubelstuk niet meer reparabel is, terwijl het een mooi exemplaar betreft dat nog wel degelijk te herstellen is. Een tijdje geleden werd ik opgebeld door een goede klant. Hij had uit een erfenis een meubelstuk waarvan hij niet precies kon inschatten wat het was en hoeveel het waard was. Ik ging er heen en was nog nooit zo enthousiast geweest. Het was een meesterwerk, een achttiende-eeuwse mahoniehouten kast met verguld beslag. Ik ben daar twee maanden intensief mee bezig geweest. De emotionele waarde is dan net zo belangrijk als de waarde in geld.” Pledge “Bij ieder meubel dat ik aflever vraag ik: heeft u Pledge in huis? Dan zeg ik: gooi dat maar weg, want er zitten siliconen in. Een paar dagen lijkt dat mooi, maar op een gegeven ogenblik gaat het craqueleren.
“Veel mensen zetten alles in de was, maar dat kan maar bij enkele soorten meubels. Ik krijg mijn klanten bijna uitsluitend via mond-tot-mondreclame, want een tevreden klant is de beste aanbeveling.” “Ik kan van tevoren nooit een exacte prijsopgave maken, want ik weet niet wat ik allemaal onderweg tegenkom. Vaak blijkt het achteraf toch redelijk te kloppen. Ik ben nu bezig met het verwijderen van het fineer van dit wortelnotenhouten kabinet en dat gaat centimeter voor centimeter. Het restaureren van meubels in de authentieke staat is een heel arbeidsintensief proces. De mensen die naar mij toekomen weten dat en hebben dat er ook voor over. Ik maak sinds kort van grote restauraties een cd-rom met foto’s, zodat de klanten het hele proces nog eens kunnen bekijken.” ” Als je geen gevoel hebt, moet je niet aan dit vak beginnen. Ik ga nog steeds iedere dag fluitend de trap af naar mijn werkruimte. Dan zet ik voor ik aan het werk ga Radio 4 of Classic FM op. Ik denk wel eens als ik beneden aan het werk ben met Bach op: zo zou het ook een paar eeuwen geleden geweest kunnen zijn.”